top of page

Nieuw met gezondheidsgerelateerde taal? Open onze woordenlijst in een apart venster om het lezen makkelijker te maken! Termen in artikelen die in onze woordenlijst staan zijn gemarkeerd.

Baarmoederhalskanker: wat is het, hoe komt het & hoe wordt het vastgesteld

Een soort kanker die wordt veroorzaakt door een abnormale groei van cellen in de baarmoederhals (cervix), meestal door een infectie met HPV.


Dit artikel wordt nog medisch beoordeeld.

Medewerkers

Auteur Alessandra Papitto

Reviewers Carolin Becker, Katarzyna Przybył, Sophie Oppelt

Redacteur Juliëtte Gossens

Vertaler Juliëtte Gossens

 

Bij baarmoederhalskanker groeien er afwijkende cellen in de cervix (baarmoederhals). De cervix is het onderste gedeelte van de baarmoeder en leidt naar de vagina. De meeste gevallen van baarmoederhalskanker beginnen bij infectie met een virus, het humaan papillomavirus (HPV). HPV komt heel veel voor en spreidt voornamelijk via seks (1). Je kunt hier meer lezen over het HPV-virus.



In dit artikel



 

Wat is baarmoederhalskanker?

Baarmoederhalskanker is de op drie na meest voorkomende kanker ter wereld bij vrouwen en mensen met een cervix, volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). In 2020 werd 84% van de gevallen vastgesteld bij mensen in landen met weinig hulpmiddelen (2). In die landen was baarmoederhalskanker zelfs de op één na meest voorkomende kanker bij vrouwen. En in Afrika en Centraal Amerika is baarmoederhalskanker de voornaamste kankergerelateerde doodsoorzaak bij vrouwen.


Hoe oud zijn de meeste mensen met baarmoederhalskanker?


Gelukkig is baarmoederhalskanker een vorm van kanker die goed te voorkomen is, dankzij het HPV-vaccin en vroege opsporing met uitstrijkjes en HPV-tests (1). Helaas zijn deze manieren om baarmoederhalskanker te voorkomen niet goed bereikbaar in de regio's waar de kanker de meeste doden veroorzaakt (2).

Baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door veranderingen in het weefsel van de cervix (baarmoederhals). Dit weefsel bestaat voornamelijk uit twee soorten cellen:

  • Platte plaveiselcellen aan de buitenkant van de cervix (ook wel de "ectocervix"genoemd, ecto = buitenkant)

  • Pilaarvormige kliercellen aan de binnenkant van de cervix (ook wel de "endocervix" genoemd, endo = binnenkant)

Hoewel allebei deze soorten cellen tot kanker kunnen leiden, geven plaveiselcellen hier een veel grotere kans op - deze celsoort veroorzaakt zo'n 75% van alle baarmoederhalskanker (2, 3). De grens tussen de twee typen cellen, ook wel de "transformatiezone"genoemd, is de regio waar de cellen van de baarmoederhals het gevoeligst zijn om kanker te ontwikkelen (4).


De Internationale Federatie van Gynaecologie en Obstetrie (FIGO) heeft een scoresysteem bedacht voor baarmoederhalskanker, bestaande uit 4 verschillende stadia. Dit hebben ze gedaan zodat de diagnose en behandeling van baarmoederhalskanker wereldwijd ongeveer op dezelfde manier verloopt (13, 14). Klik hieronder om te zien wat de verschillende stadia betekenen.


Stadia van baarmoederhalskanker


Hoe veroorzaakt HPV baarmoederhalskanker?

Bijna alle gevallen van baarmoederhalskanker, met uitzondering van een paar zeldzame types, worden veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV). Dit is de meest voorkomende virusinfectie van het voortplantingssysteem (1, 5). HPV is een seksueel overdraagbare ziekte (SOA). Het kan worden doorgegeven door contact van huid op huid, of door contact van de huid met een slijmvlies (zoals de bekleding van de vagina of de eikel van de penis). Meestal wordt het dus doorgegeven via de huid en slijmvliezen rondom de geslachtsdelen, maar het kan ook voorkomen dat het wordt doorgegeven via huid op andere plekken (5, 6). Er zijn meer dan 40 verschillende types van het virus die allemaal de regio van de geslachtsdelen kunnen infecteren, maar niet al die types kunnen kanker veroorzaken (6). Veel ervan zijn helemaal niet gevaarlijk en veroorzaken bijvoorbeeld alleen wratjes op de huid. Virustypes 16 en 18 worden het vaakst in verband gebracht met baarmoederhalskanker (1). Je kan hier meer lezen over de verschillende types HPV.


Je immuunsysteem reageert op HPV. Meestal valt het immuunsysteem de virusdeeltjes aan om ze op te ruimen. Dat gebeurt in de meerderheid (meer dan 90%) van de gevallen (1). Maar soms kan het afweersysteem de infectie niet helemaal opruimen. De infectie wordt dan chronisch genoemd. Als je geïnfecteerd bent met een type HPV dat kanker kan veroorzaken, dan kan een chronische infectie schade geven aan je cellen. Vooral de cellen in de transitiezone van de baarmoederhals zijn hier gevoelig voor. Uiteindelijk, na een periode van tot wel 20 jaar, kan dit tot kanker leiden (1, 7). Belangrijk is dat als je ook HIV hebt je sneller kanker kan krijgen door een infectie met HPV (1, 7). Geïnfecteerd zijn met HPV kan ook je kans vergroten om HIV te krijgen (5), dus het verband tussen HPV en HIV is wederkerig.


Andere vormen van kanker kunnen ook worden veroorzaakt door HPV, zoals kanker van de penis, anus, vulva, keel en mond (5, 7).


Wanneer een HPV deeltje een cel infecteert, begint die cel met het maken van eiwitten die communiceren met de normale eiwitten in de geïnfecteerde cel. Die normale eiwitten spelen een rol bij het beschermen tegen kanker: ze zorgen ervoor dat de cel niet te snel groeit en ook niet groeit als dat niet de bedoeling is. Ze zorgen ervoor dat de cel schade aan zijn DNA repareert voordat hij verder groeit. Als de cel de schade niet kan repareren, dan zorgen die eiwitten ervoor dat de cel sterft via apoptose. Maar de eiwitten die worden aangemaakt door de instructies van het HPV-virus dwarsbomen deze belangrijke functies. De cel kan dan beginnen met groeien en delen zonder enige rem, zelfs als zijn DNA beschadigd is. Dit leidt tot kanker (6).

Wat zijn risicofactoren voor baarmoederhalskanker?

Er zijn verschillende dingen die kunnen bijdragen aan de ontikkeling van baarmoederhalskanker. Sommige van die zaken hebben te maken met het krijgen van een HPV-infectie, en andere met de ontwikkeling van kanker (2, 7).


HPV-gerelateerde risicofactoren


  • Meerdere sekspartners hebben

  • Beginnen met seks als je jong bent

  • Een sekspartner hebben die een hoog risico heeft op een HPV-infectie (bijvoorbeeld iemand die meerdere sekspartners heeft of die eerder SOA's heeft gehad)

  • Eerder SOA's hebben gehad, zoals chlamydia of genitale herpes

  • Onbeschermde seks hebben: een condoom gebruiken maakt het tot wel 70% minder waarschijnlijk dat een HPV-infectie wordt doorgegeven (8)

  • Als je jong was (jonger dan 20) toen je je eerste kind kreeg

  • Als je drie of meer kinderen hebt

  • Als je eerder kanker van de vagina of vulva hebt gehad

  • Als je een verminderde afweer hebt (bijvoorbeeld als je een HIV-infectie hebt)

Meer over deze risicofactoren


Als je seks hebt met mensen die een besnijdenis van hun penis hebben gehad, heb je misschien een lager risico op HPV. Dat komt omdat een besneden persoon een lager risico hebben om geïnfecteerd te worden met HPV én een lager risico om de infectie door te geven aan een ander (10).

Risicofactoren voor het ontwikkelen van baarmoederhalskanker


  • Sigaretten roken: deze gewoonte geeft een hoger risico op kanker vanuit de plaveiselcellen van de cervix (het celtype dat het vaakst baarmoederhalskanker geeft)

  • Een verzwakt immuunsysteem (bijvoorbeeld bij een HIV-infectie of bij medicatie die je afweer onderdrukt)

  • Lange tijd orale anticonceptie (de pil) gebruiken: er is enig bewijs dat suggereert dat mensen die langer dan 5 jaar de pil gebruikt hebben mogelijk een hoger risico op baarmoederhalskanker lopen (2, 11, 12). Dat komt omdat het oestrogeen in de pil het HPV-virus mogelijk zou helpen om de cellen van de baarmoederhals te infecteren.

  • Als er baarmoederhalskanker in je familie voorkomt (wat wil zeggen dat je genen je misschien meer kans geven op het ontwikkelen van baarmoederhalskanker, hoewel er weinig bewijs is dat genen een rol spelen hierbij)

  • Als je over weinig geld beschikt of in een regio woont met weinig hulpbronnen: omdat je toegang tot de gezondheidszorg mogelijk gelimiteerd wordt op de een of andere manier. Als je kanker hebt, dan kan dit minder snel opgepikt worden. Ook je toegang tot middelen om HPV-infectie te voorkomen (zoals anticonceptie en HPV-screening) kan dan verminderd zijn.


Wat zijn symptomen van baarmoederhalskanker?

Baarmoederhalskanker in de vroegste stadia is meestal moeilijk om op te merken tenzij je meedoet met een bevolkingsonderzoek (of andere screening). Dat komt omdat er doorgaans geen klachten optreden bij baarmoederhalskanker totdat de kanker verder gevorderd is (zie hierboven bij Stadia van baarmoederhalskanker). Klachten onstaan meestal wanneer de kanker omliggend weefsel aantast (2, 15). De meest voorkomende symptomen zijn:


  • Abnormale vaginale bloedingen

  • Hevigere menstruaties

  • Pijn tijdens seks of bloeden na seks

  • Je afscheiding ruikt sterk

  • Je afscheiding verandert van structuur

  • Vermoeidheid

  • Afvallen terwijl je dat niet aan het proberen was

  • Aanhoudende rugpijn of pijn in je benen of bekken

  • Plassen is pijnlijk of er zit bloed bij je plas

Hoe wordt baarmoederhalskanker vastgesteld?

Het vaststellen van baarmoederhalskanker gaat volgens verschillende stappen.


1. Je arts zal eerst luisteren of je kachten hebt die passen bij baarmoederhalskanker. We hebben hierboven een aantal veelvoorkomende symptomen op een rijtje gezet. Je arts zal ook vragen naar andere soorten kanker die je eerder hebt gehad, en of je familieleden kanker hebben gehad. Als je hebt meegedaan aan een bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, dan zullen deze resultaten ook meegenomen worden.


2. Daarna zal je arts waarschijnlijk een lichamelijk onderzoek willen doen. Het meest belangrijke is een gynaecologisch onderzoek. Hierbij ga je in een stoel zitten of op een onderzoeksbank liggen met je voeten omhoog en je benen gespreid. Je zult je hiervoor van onderen moeten uitkleden, zodat je arts naar vulva, vagina en baarmoederhals kan kijken. Je arts zal hierbij waarschijnlijk gebruik maken van een speculum (eendenbek) om naar de cervix en de wanden van je vagina te kijken. Een speculum kan ongemak geven omdat die vaak koud is en (tijdelijk) je vagina een beetje uitrekt.


3. Tijdens het gynaecologisch onderzoek kan je arts ook een biopt nemen van afwijkend weefsel, als ze dat zien (2). Maar dat het er afwijkend uitziet wil nog niet zeggen dat het kanker is - het kan bijvoorbeeld ook een SOA, een andere infectie, of iets goedaardigs zijn.


4. Als je arts niets afwijkends ziet maar wel een verdenking heeft op kanker op basis van je klachten of uitslagen van eerder onderzoek, kan hij, zij of hen ervoor kiezen (met jouw instemming) om een colposcopie uit te voeren (16). Hierbij gebruikt de dokter een speciale microscoop (een colposcoop) om je baarmoederhals uit te vergroten. Afwijkend weefsel dat met het blote oog niet te zien was, kan dan soms wel gezien worden. Er kan dan ook een biopt genomen worden.


Het is wel goed om vantevoren te weten dat een biopt van de cervix pijnlijk kan zijn. Meestal wordt er toch niet gekozen om daar iets pijnstillends voor in te spuiten omdat dat eigenlijk net zo pijnlijk is. Als je arts een biopt heeft genomen, dan zal dit naar het laboratorium gestuurd worden zodat het daar onderzocht kan worden op tekenen van kanker. Dit is nodig om een definitieve diagnose te stellen.

Zijn er risico's verbonden aan een biopt?

5. Je arts wil misschien ook een zogenaamd bimanueel onderzoek doen, waarbij de vingers gebruikt worden om in de vagina te voelen. Je arts kan dan testen of bepaalde bewegingen van de cervix in de vagina pijnlijk zijn. Ook de baarmoeder en eierstokken kunnen dan gevoeld worden, met de vingers van één hand in de vagina en de andere hand op je buik. In sommige gevallen wil je arts ook een rectaal onderzoek doen, waarbij die een vinger in je anus zal brengen. Dit kan helpen bij het stellen van een diagnose omdat de vagina en het rectum (laatste stukje darm voor de anus) dicht bij elkaar liggen. Dit kan dus meer informatie geven over afwijkingen die je arts gezien of gevoeld heeft tijdens de rest van het onderzoek.


6. Ten laatste zal je arts misschien je lymfeklieren willen voelen in je kruis (in de vouw tussen je bovenbenen en je schaambot). Vergrote lymfeklieren kunnen ook een teken zijn van kanker.


Het is hartstikke normaal als je nerveus of bang bent voor dit onderzoek. Zeker voor iemand die in het verleden seksueel trauma heeft meegemaakt, kan het erg oncomfortabel zijn om iemand in je genitaliën te laten voelen. Laat je arts vantevoren weten hoe je je hierbij voelt, zodat deze je kan ondersteunen tijdens het onderzoek. Soms kun je ook vragen om onderzocht te worden door een vrouwelijke arts as je dat wil. Het kan geen kwaad om te vragen!

Kan baarmoederhalskanker voorkomen worden?

Baarmoederhalskanker is één van de meest vermijdbare soorten kanker omdat er screenings zijn ontwikkeld, zoals het uitstrijkje en de HPV DNA-test (1, 8). Zodoende kunnen afwijkende cellen in een vroeg stadium opgespoord en behandeld worden vóórdat er daadwerkelijk kanker ontstaat.


Tijdens een uitstrijkje neemt je arts een paar cellen uit je baarmoederhals met een klein "kwastje". Dit wordt gedaan tijdens een gynaecologisch onderzoek, dat we hierboven beschreven. De afgenomen cellen worden naar een laboratorium gestuurd en onder een microscoop bekeken. Als er veranderingen in de cellen worden gezien, dan kan je arts een biopt nemen van je cervix om er zeker van te zijn dat er geen kanker zit. Voor een HPV-test neemt je arts ook een monstertje zoals bij een uitstrijkje. Maar de cellen worden dan meteen getest op infectie met HPV. Als dat het geval is, dan wordt er verder naar gekeken onder de microscoop.

Onthoud wel dat deze onderzoeken géén diagnose kunnen geven. Daarvoor is echt een biopt nodig.


Ook het HPV-vaccin is belangrijk in de strijd tegen baarmoederhalskanker. Als je jong gevaccineerd wordt heb je een veel kleinere kans om een HPV-infectie op te lopen én is de kans kleiner dat je die infectie doorgeeft aan een ander.

Je kunt hier meer lezen over het uitstrijkje en de HPV-test. Je kunt hier meer lezen over het vaccin.


Afhankelijk van waar je woont is er misschien een bevolkingsonderzoek beschikbaar waarvoor je automatisch wordt uitgenodigd. In andere regio's moet je zelf contact opnemen met je arts om een screening te krijgen.

Als je toegang hebt tot een systeem waarin er automatisch uitnodigingen worden gestuurd voor zo'n onderzoek, is het belanrgijk om ook even na te gaan of je dan ook een uitnodiging krijgt als je wel een cervix hebt maar niet als vrouw geregistreerd staat bij jouw overheid. Soms wordt je ook uitgenodigd als je als vrouw staat geregistreerd maar geen cervix (meer) hebt. Afhankelijk van eerdere onderzoeksresultaten heb je dan misschien toch nog screening nodig. Sommige landen houden al deze dingen bij, maar sommige ook niet. Neem contact op met je huisarts als je niet zeker weet waar je staat.


Heeft mijn land een bevolkingsonderzoek?


Screeningprogramma's voor baarmoederhalskanker zijn vooral in rijke landen goed ontwikkeld (2). Mensen in die landen hebben doorgaans betere toegang tot noodzakelijke zorg. Daarom sterven er tragisch genoeg zoveel vrouwen aan baarmoederhalskanker in armere landen (1). En dat geldt ook voor achtergestelde gemeenschappen in rijke landen. De wereldwijde sterfte aan baarmoederhalskanker is daarom dus nog steeds hoog, ondanks de mooie ontwikkelingen in de wetenschap.


Hoe wordt baarmoederhalskanker behandeld?

Je behandeling hangt af van het stadium van je kanker: hoe groot is de tumor? Heeft de kanker zich naar andere plaatsen in je lichaam verspreid? Hoe ver van de baarmoederhals zijn die plekken? We hebben hierboven de verschillende stadia van baarmoederhalskanker uitgelegd. Hieronder vatten we de voornaamste behandelingsopties voor je samen.


Voor heel kleine tumoren die nog geen ander weefsel hebben aangestast (stadium 1 baarmoederhalskanker) is het vaak genoeg om een gedeelte van de baarmoederhals te verwijderen. Dat heet conisatie. Het weefsel dat wordt weggehaald kan dan nog gebruikt worden voor biopten om de diagnose nogmaals te bevestigen, en de kanker wordt tegelijkertijd behandeld. Je chirurg kan conisatie uitvoeren met een mesje, een laser of met een lusje waar een elektrisch stroompje doorheen loopt (17). Een lusje kan tegelijkertijd zowel snijden als het bloeden stoppen (18).


In andere gevallen, zeker voor verder gevorderde kanker, zijn meerdere vormen van behandeling nodig. De opties zijn onder andere:

  • Operatie

  • Bestraling (waarbij straling wordt gebruikt om kankercellen te vernietigen)

  • Chemotherapie (waarbij medicatie wordt gebruikt om kankercellen te vernietigen)

  • Immunotherapie (waarbij antilichamen gebruikt worden om kankercellen te vernietigen)

Je arts zal alle opties met je bespreken. Als je je afvraagt of een bepaalde behandeling die niet wordt besproken misschien toch een optie zou kunnen zijn, kan het geen kwaad om daarnaar te vragen!

Welke opties voor jou van toepassing zijn is afhankelijk van veel verschillende factoren, maar voornamelijk de grootte en spreiding van de kanker (8).


 

Je laten screenen voor baarmoederhalskanker kan eng zijn. Maar het is je beste kans om een intensieve behandeling voor baarmoederhalskanker te voorkomen. Het kan je leven redden!

We erkennen dat de toegang tot screening op veel plekken in de wereld slecht is. Maar we zijn optimistisch over inspanningen om die toegang te verbeteren voor elke vrouw en elke persoon met een baarmoederhals!


 

Bronnenlijst


  1. World Health Organization. Cervical cancer. https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/cervical-cancer [Accessed February 10th, 2023]

  2. Frumovitz M. Invasive cervical cancer: Epidemiology, risk factors, clinical manifestations, and diagnosis. In: Goff B, Dizon DS, Chakrabarti A (eds.). UpToDate. 2023.

  3. Parra-Herran C. HPV associated adenocarcinoma (usual types and variants). https://www.pathologyoutlines.com/topic/cervixhpvadenocarcinoma.html [Accessed January 29th, 2023]

  4. Balasubramaniam SD, Balakrishnan V, Oon CE, Kaur G. Key Molecular Events in Cervical Cancer Development. Medicina. 2019;55(7):384. DOI: 10.3390/medicina55070384

  5. Palefsky JM. Human papillomavirus infections: Epidemiology and disease associations . In: Hirsch MS, Bogorodskaya M (eds.). UpToDate. 2022.

  6. Palefsky JM. Virology of human papillomavirus infections and the link to cancer. In: Dizon DS, Aboulafia DM, Bogorodskaya M (eds.). UpToDate. 2022.

  7. Cohen PA, Jhingran A, Oaknin A, Denny L. Cervical cancer. The Lancet. 2019;393(10167):169-82. DOI: 10.1016/S0140-6736(18)32470-X

  8. Johnson CA, James D, Marzan A, Armaos M. Cervical Cancer: An Overview of Pathophysiology and Management. Seminars in Oncology Nursing. 2019;35(2):166-74. DOI: 10.1016/j.soncn.2019.02.003

  9. Shannon CL, Klausner JD. The Growing Epidemic of Sexually Transmitted Infections in Adolescents: A Neglected Population. Current Opinion in Pediatrics. 2018;30(1):137-143. DOI: 10.1097/MOP.0000000000000578

  10. Baskin LS. Neonatal circumcision: Risks and benefits. In: Lockwood CJ, Wilcox D, Eckler K (eds.). UpToDate. 2021.

  11. Gierisch JM, Coeytaux RR, Urrutia RP, Havrilesky LJ, Moorman PG, Lowery WJ et al. Oral Contraceptive Use and Risk of Breast, Cervical, Colorectal, and Endometrial Cancers: A Systematic Review. Cancer Epidemiology, Biomarkers & Prevention. 2013;22(11):1931-1943. DOI: 10.1158/1055-9965.EPI-13-0298

  12. Gadducci A, Cosio S, Fruzzetti F. Estro-progestin Contraceptives and Risk of Cervical Cancer: A Debated Issue. Anticancer Research. 2020;40(11):5995-6002. DOI: 10.21873/anticanres.14620

  13. Singh N, Rous B, Ganesan R, Ganesan R, McCluggage G. 2018 FIGO Staging System for Cervical cancer: Summary and comparison with 2009 FIGO Staging System. https://www.thebagp.org/wp-content/uploads/download-manager-files/1642607060wpdm_BAGP%202018%20FIGO%20Cervix%20Ca%20staging%20v1.5.pdf [Accessed February 10th, 2023]

  14. Canadian Cancer Society. Stages of cervical cancer. Available from: https://cancer.ca/en/cancer-information/cancer-types/cervical/staging [Accessed February 10th, 2023]

  15. Mishra GA, Pimple SA, Shastri SS. An overview of prevention and early detection of cervical cancers. Indian Journal of Medical and Paediatric Oncology. 2011;32(3):125-32. DOI: 10.4103/0971-5851.92808

  16. Feltmate CM, Feldman S. Colposcopy. In: Goff B, Chakrabarti A. (eds.). UpToDate. 2022.

  17. Nyirjesy I. Conization of Cervix. In: Talavera F, Huh WK (eds.). Medscape. 2019

  18. Alrajjal A, Pansare V, Choudhury MSR, Khan MYA, Shidham VB. Squamous intraepithelial lesions (SIL: LSIL, HSIL, ASCUS, ASC-H, LSIL-H) of Uterine Cervix and Bethesda System. CytoJournal. 2021;18:16. DOI: 10.25259/Cytojournal_24_2021


Let op: de informatie die we hier voor je verzamelen is strikt voor educatieve doeleinden. Als je je niet goed voelt of als je enige klachten of vragen over je gezondheid hebt, neem dan alsjeblieft contact op met je arts of andere relevante zorgmedewerker. Wij geven geen medisch advies.

bottom of page